Omslag_EW05 600
September 2023

Hoe hou je de meterkast koel?

Tips van 3 experts

24 01

Steeds meer elektrische apparaten en systemen in en rond woningen belasten de huisinstallatie. In de meterkast komt het allemaal samen. De ruimte in de kast is beperkt  en ventileren kan vaak niet. De temperatuur kan dus behoorlijk oplopen. Zeker bij een hoge gelijktijdigheid. Waar moet je op letten als e-installateur en wat kun je nu al doen?

Er is een stelregel dat er niet meer dan 100 W aan warmte in de meterruimte aangebracht mag worden. Alleen dat snapt niemand, want hoe moet je weten wat al die apparatuur aan warmte oplevert?,’ aldus Marcel Wennekes, account manager bij ABB en als normalisatiedeskundige voorzitter van de Nen-commissie Meterrruimten.
‘Bij warmteontwikkeling heb je het over de zwaardere apparatuur die wordt aangesloten. Gaat het om apparaten als keukenmachines die kortstondig worden gebruikt, dan geeft dat echt geen problemen. De boosdoeners zijn de apparaten die langdurig aanstaan. En dat vaak tegen de grens van de maximale belasting van de bedrading en de beveiligingscomponenten.’
‘In de meterkast zelf kunnen bijvoorbeeld routers of data-units warmteontwikkeling geven. Verder mag er niets in de meterruimte geplaatst worden, dus bijvoorbeeld geen pv-omvormers of de verdeler van de stadswarmte; ook die produceren warmte en dat botst.’

‘Adviseer je klanten om over te gaan op 3-fasen’

Warm

Nog een ander voorbeeld geeft Dursun Kilic van Niyata Energy, en lid van de vakgroep zonne-energie van Techniek Nederland: ‘Bij installeren van pv moet je als installateur altijd schouwen en de meterkast openen. Controleer of de klemmen in de meterkast waar de elektrakabels op worden geschroefd goed zijn aangedraaid. Is dat niet correct gedaan, dan kan een weerstand ontstaan met warmteontwikkeling – en mogelijk brand – als gevolg.’

24 02

Selectiviteit

Wennekes: ‘Kijk je naar de inhoud van een meterkast van zo’n tien jaar geleden, dan was de gelijktijdigheid van alles wat erop was aangesloten maar zo’n 20 tot maximaal 40 procent. Tegenwoordig ligt dat anders. Als een woning is voorzien van pv-panelen en een warmtepomp en daarnaast staat er een laadpaal voor de elektrische auto dan geeft dat langdurig grote belastingen tot 100 procent van de maximale belasting die zo’n installatie kan hebben.’
‘Je ziet dan ook dat de eindgroepen op 1-fase steeds zwaarder worden. Daardoor komt er een conflict tussen de afgaande groepen en de automaat van de netbeheerder. Die komen te dicht bij elkaar te liggen, waardoor de installatie ook niet meer selectief is. Je hebt bijvoorbeeld 25 A van de netbeheerder en daarachter zit dan in 1-fase 20 A van een warmtepomp. Dat ligt te dicht bij elkaar en dat werkt niet goed. Dat maakt de overstap naar 3-fasen zinvol. Dan kun je terug van die 1-fase 20 A naar 3-fasen 10 A. Dat zorgt ervoor dat de afstand tussen de stromen afgaand en wat binnenkomt van de netbeheerder groter is. En dat voorkomt problemen met selectiviteit.’

‘Bij een 16 A-automaat worden soms temperaturen gemeten van meer dan 70 °C’

Gelijktijdigheid

Gelijktijdigheid van gebruik vraagt extra oplettendheid van een e-installateur. Kilic benadrukt dat je altijd met de klant in gesprek moet gaan over de toekomstplannen. ‘Wil de klant naast pv-panelen ook een warmtepomp, een zonneboiler, een elektrische auto, een airco of een infraroodverwarming? Vraag ernaar, want dit levert informatie op die nodig is voor de berekening van waar de installatie aan moet voldoen, niet alleen nu, maar ook straks.’
Vriens gaat in op wat gelijktijdigheid betekent bij het aansluiten van een laadpaal. ‘Mensen kopen een elektrische auto en dan meldt de verkoper natuurlijk graag een korte laadtijd. Snelladen geeft echter een zware belasting op de huisinstallatie en dat zorgt voor warmteontwikkeling. Waarom zou je altijd de e-auto snel – overdag – moeten opladen? De meeste mensen rijden dagelijks niet meer dan zestig kilometer. Een accu is dus niet snel leeg. Langzaam laden ’s nachts is dan een veilige en minder installatiebelastende mogelijkheid. De installateur met kennis van zaken kan de klant goed adviseren en bijvoorbeeld ook een laadprofiel instellen met behulp van de software van de laadpaal.’

24 03

Veiligheid voorop

‘Elke installateur is verplicht om een veilig werkende installatie op te leveren’, vervolgt Vriens. ‘Dat geldt ook voor het aansluiten van een laadpaal. Zo zijn niet alle typen laadpalen uitgerust met AC- en/of DC-beveiliging voor lekstroom. In dat geval moet een aardlekautomaat type B toegepast worden voor extra veiligheid. Mijn ervaring is dat vanwege de meerkosten sommige installateurs hier te lichtvaardig mee omgaan, met veiligheidsrisico’s als gevolg.’
Wennekes wijst nog op een ander risico: ‘Men realiseert zich bijvoorbeeld niet dat als er een beveiliging is vanuit de netbeheerder voor 40 A en je sluit daar een 16 A pv-systeem op aan, dat je dat dan twee voedingen hebt die bij elkaar 56 A kunnen leveren. Alle installaties in Nederland zijn maar belastbaar tot 40 A. Vroeger was de installatie-automaat van de netbeheerder een soort vangnet en beveiliging. In Nen 1010 staat dan ook dat je de zekering van de netbeheerder mag gebruiken om de woonhuisinstallatie te beveiligen, Als je dan andere toevoegingen aanbrengt zou inderdaad veel meer afgenomen kunnen worden. Nu zal een meterkast niet zo snel ontploffen, maar door de veel hogere temperaturen verouderen alle toegepaste materialen veel sneller.’
Alle drie de experts geven aan dat een 3-fasen aansluiting vrijwel altijd de voorkeur heeft. Wennekes: ‘Adviseer je klanten om over te gaan op 3-fasen, ondanks dat het in aanschaf ietsje duurder is. De jaarlasten zijn gelijk aan de 1-fase-aansluiting.’ Hij maakt daarbij wel de kanttekening dat de overstap van een installatie met zekeringen redelijk snel kan.
‘De netbeheerder trekt dan 1 x 35 A er uit en zet er 3-fasen 3 x 25 A voor terug. Dan staan ze met vijf minuten weer buiten. Wil je echter een 35 A-zekering vervangen hebben door een 3-fasen 25 A-aansluiting met installatie-automaten, dan moet je daar als klant langer op wachten.’

‘De meterkast van de toekomst moet je zien als een energiemanagementsysteem’

Energiemanagement

Kilic: ‘Er is enorm veel werk aan de winkel als het om het bijhouden van de technische ontwikkeling gaat. Normering en wetgeving lopen daarop achter. Kijk naar de meterkast, die is historisch gezien gebouwd op toelevering door de netbeheerder. Dat ligt nu al vaak anders, want bij elke woning met pv-panelen is er een extra invoerende bron bijgekomen. In de toekomst komt daar waarschijnlijk de accu van de e-auto nog bij als stroomleverancier. De huidige meterkasten – die je aantreft bij bestaande bouw – zijn daar niet op ingericht. De meterkast van de toekomst moet je zien als een energiemanagementsysteem. Energiemanagement is ook een deel van de oplossing voor warmte, doordat gelijktijdigheid minder belastend wordt geregeld met elektronische schakelingen. En inderdaad, ook daarvoor moet nog normering komen.’

Grotere ­meterkast?

Is de oplossing voor alle wensen een grotere meterkast als standaard? Wennekes is betrokken bij de bepaling van maatvoering van meterkasten en heeft een andere visie. ‘Maatvoering is een vraagstuk. Velen vinden de meterkasten nu te groot als de gasaansluiting er niet meer in zit. Anderen vinden de kasten te klein, omdat allerlei apparatuur er niet in past. Met onze commissie kijken we naar een andere maatvoering van 55 cm breed en half hoog. Deze kast is dan ook alleen maar voor overdrachtspunten van de netbeheerder; geen installaties meer in die kast. Dat vraagt een andere oplossing.’

Vragen?

Zit u als e-installateur met vragen over de inrichting of aanpassing van meterkasten? De ­experts van Techniek Nederland geven graag – merkonafhankelijk – advies. Bel ons op tel. 088 5432 790 of mail uw vraag naar ­ledenservice@technieknederland.nl.

Tekst: Tom de Hoog
Tekening: Maarten de Vries

Lees meer artikelen in het dossier Laagspanningsinstallaties